Talent behouden


13
Aug 2014

Talent behouden

 

Geef het wat pit!

Vergrijzing en het niet kunnen vasthouden van talent. Twee van de problemen waar overheden en vooral gemeenten zich grote zorgen over maken. Gemeenten staan voor zeer grote uitdagingen de komende jaren. De verdergaande bezuinigingen, het verwerken van eerdere bezuinigingen, de komende transities en alle overige veranderingen in het publieke domein.

Een van de gevolgen van alle bezuinigingen is het inkrimpen van de personele organisatie. Dat gecombineerd met de toenemende taken, maakt het in een aantal opzichten optisch niet aantrekkelijk om bij een gemeente te werken. De werkdruk stijgt en dan heeft het salarisniveau ook nog de neiging niet in die stijging mee te gaan. Kommer en kwel, zo lijkt het. En dat is ook wat je op veel plaatsen hoort. Bovendien wordt er op ambtelijk niveau ook nogal geklaagd over de kwaliteit van politici en bestuurders. Op dat laatste zal ik in een andere blog nog apart ingaan. Nu wil ik me beperken tot de ambtelijke organisatie.

Uitdaging

Wat medewerkers zich te weinig realiseren is dat de huidige situatie juist heel veel kansen biedt. Er is al veel gesneden in het personeelsbestand bij gemeenten en dat zal misschien nog wel doorgaan. De hoeveelheid werk zal zeker niet afnemen en politici en bestuurders zijn die ze zijn. Als je dit als een gegeven accepteert en van daaruit gaat zoeken naar mogelijkheden, zul je verbaasd staan over wat er allemaal kan.

Digitale mogelijkheden

In alle gemeenten in Nederland kunnen medewerkers gebruik maken van de veelheid aan digitale mogelijkheden. In praktische zin betekent dit echter wel dat vanuit een centraal punt de zaak gestuurd wordt en daar ook voor het grootste deel bepaald wordt wat wel en niet kan. Mijn mening is dat hierin verandering moet komen. Mensen op hun werkplek zien vaak mogelijkheden en manieren om met behulp van de digitale middelen, hun werk leuker en vooral efficiënter te maken. Dat mag dan niet omdat men vanuit de centrale sturing bang is de grip op de digitale middelen te verliezen. Controle op het gebruik van de middelen is ook zeker terecht. Zonder de controle tekort te doen zal er echter nadrukkelijk meer ruimtemoeten komen om de digitale middelen op de werkplek te gebruiken. Met als doel het individuele werk leuker en efficiënter te maken. Het gaat om de juiste balans tussen centrale sturing en het maximaal benutten van de mogelijkheden op de eigen werkplek.

Jong talent

Ook jong talent loopt in een gemeentelijke organisatie aan tegen het probleem van het niet optimaal kunnen benutten van de digitale mogelijkheden. Ze hebben in hun studie geleerd wat er kan op dit gebied en willen dit dan ook in hun werk toepassen. Daarnaast zijn ze in meer algemene zin vaak geneigd om zaken niet voor lief te nemen en in bestaande structuren en werkwijzen mee te gaan. Als ze zich op dat punt teveel geremd voelen, zullen ze trachten zoveel mogelijk te leren en daarna zijn ze inderdaad weg.

Als je jong talent lang (of langer) wilt houden, is het op de eerste plaats van het grootste belang de nodige uitdaging te bieden. Stel ze voor pittige opdrachten en dwing ze als het ware hun frisse kennis, hun frisse blik, hun creativiteit en hun talent in algemene zin, optimaal te benutten. Daar neem je soms een bepaald risico mee. Als je echter goede kaders stelt, die met de jonge talenten bespreekt en daar ook op toeziet, zijn de risico’s echter zeer beperkt. Het is verbazend wat voor goede ideeën en manieren van aanpak er zullen komen. Ik ben ervan overtuigd dat dit ook heel inspirerend zal werken bij de meer gevestigde orde in een organisatie.

Kort gezegd: er zal meer pit in gemeentelijke organisaties moeten komen. Mensen zullen meer ruimte moeten krijgen. Bij een aantal gemeenten zie je wel experimenten op dit gebied, maar te vaak heeft men de neiging de kaders en de controle toch nog heel strak te blijven houden. Loslaten en het gaat wennen. Vergelijk het met het gebruik van sambal. Eerst een klein beetje en dan steeds een beetje erbij. Binnen een mum van tijd ben je gewend aan pittig eten en ga je het steeds lekkerder vinden.

Een dergelijk proces kan ook in organisaties gegenereerd worden. Voorwaarde is wel dat je niet blijft hangen in oude structuren en werkwijzen. Proef, experimenteer, geef ruimte en het gaat steeds “lekkerder smaken” om bij een gemeente te werken en dat ook voldoende lang te doen.

Als variant op meer pit in het werk, heb ik hieronder gekozen voor een pittig kipgerecht. Dat kun je helemaal naar je hand zetten. Je bepaalt zelf hoe pittig je het wilt hebben en welke variatie je wilt gaan maken.

Pikante drumsticks

Ingrediënten:

  • 8 flinke drumsticks
  • 1 ui
  • 2 cem gember, geschild
  • 3-4 t knoflook
  • Sambal naar smaak, Begin met 1 flinke tl
  • 1 el bruine suiker
  • 2 el ketjap
  • Cittroensap
  • Zout
  • Olie

Bereidingswijze:

Schil de ui en snijd in grove stukken. Snijd de gember in kleinere stukjes. Maak de knoflook schoon.

Doe ui, gember en knoflook in de kom van de staafmixer. Voeg de sambal toe, het sap van een halve citroen, de bruine suiker en de ketjap. Zout naar smaak erbij. Ik denk dat 1 kleine tl meer dan voldoende is.

Voeg nu 2-3 el olie toe. Pureer de massa met de staafmixer. Voeg zo nodig nog wat olie toe als de massa te droog is.

Doe de drumsticks in een kom en schenk de marinade uit de kom erover. Meng goed. Laat een uurtje staan en roer af en toe om.

Verwarm intussen de oven voor op 175°.

Veeg de drumstick af en leg de gemarineerde drumsticks in een platte schaal. De overgebleven marinade niet weggooien.

Zet de schaal in de oven en bak gedurende 35-40 minuten. Draai de poten in totaal een keer of vier om en bestrijk met wat van de marinade. Controleer of de drumsticks gaar zijn. Steek de punt van een mesje in het dikke gedeelte van het vlees. Als het vocht dat eruit komt, helder is, is de kip gaar. Haal uit de oven en doe de drumsticks in een serveerschaal. Dek af met aluminiumfolie.

Giet het vet zoveel mogelijk uit de bakschaal. Doe er wat water in en schraap de aanbaksels van de bodem van de schaal.

Doe het vocht, samen met de overgebleven marinade in een steelpan en breng aan de kook. Als er vocht uit de gebraden kip gelopen is, kun je dit ook bij de saus voegen.

Laat de saus inkopen tot enigszins stroperig.

Doe de saus bij de kip en meng als voorzichtig, maar wel goed.

Serveer de kippenpoten met rijst of nasi, seroendeng en atjar. Je kunt er daarnaast ook prima nog bij voorbeeld sambal goreng boontjes bij serveren.

Weblog voor managers

Volg mij via Social Media

Copyright © 2012 - Koken voor Managers | Drs. H.J. Spaan | Sitemap