Kook je vanuit jezelf, of gebruik je een recept?


10
Jan 2013

Creatief zijn

Laten we eerlijk zijn: koken is voor het grootste deel na apen. Er is op de hele wereld maar een beperkt aantal koks dat echte innovaties bedenkt en uitwerkt. Deze innovaties: nieuwe gerechten, nieuwe smaken en nieuwe technieken worden vervolgens door andere koks, die op een goed niveau willen koken, overgenomen. Daar is niks mis mee, indachtig het oude gezegde: "beter goed gejat dan slecht bedacht".
Deze categorie koks is dus niet zo zeer innovatief, maar blijkt wel in staat om de innovaties op een creatieve manier in hun eigen gerechten te verwerken. Daarmee wordt de gemiddelde kwaliteit van "uit eten" alleen maar hoger. De kracht van de betreffende koks ligt hem dus niet in de innovatie als zodanig, maar in de manier waarop zij de innovaties koppelen aan hun eigen creativiteit en inpassen in hun eigen smaken en deze verbeteren. In Nederland zitten we in dat opzicht ook heel goed. Er zijn heel veel goede tot zeer goede restaurants waar je smaakvolle en mooi gepresenteerde gerechten krijgt. Natuurlijk zijn er prijsverschillen, maar dat wil niet zeggen dat je in een goedkoper restaurant niet goed of minder goed kunt eten. Het is maar wat je zelf wilt. Uit eten gaan is best duur, maar afhankelijk van het niveau waarop je wilt eten, is de prijs/kwaliteit verhouding in Nederland gemiddeld genomen zonder meer goed te noemen.

Nu de parallel met management. Ook hier geldt dat er naar mijn mening, maar weinig echte innovaties zijn. Een probleem daarbij is vooral dat echt innoveren, bijna altijd, constant investeren vergt: in geld, in mensen en in hulpmiddelen. Toch hoor je vaak dat er, zeker in overheidsorganisaties, heel trots gesproken wordt over "eigen" innovaties. Dat is meestal dus niet correct woordgebruik. Feitelijk volgt men een door anderen ingezette trend en in het gunstigste geval, geeft men daar een eigen, creatieve draai aan. Bedenk daarbij dat ook die trend vaak geen innovatie op zich is.

Is dat nou erg? Nee, natuurlijk niet. De kracht van organisaties zit hem vooral in de manier waarop men met vernieuwingen, innovaties en trends omgaat. Het gaat er om dat men in staat is die nieuwe kennis en de nieuwe trends op een goede en passende manier te vertalen naar de eigen organisatie. Daarvoor maak je een afweging binnen de kaders van de eigen context en de eigen situatie. Op die manier kan er zonder de grote door mij aangegeven investeringen in innovatie, heel veel bereikt worden in de ontwikkeling van een organisatie. Door rekening te houden met de eigen context en de eigen situatie bereik je ook dat het veel makkelijker is om draagvlak voor veranderingen te verkrijgen.

Net als bij koken is er bij organisatieverandering dus niets op tegen om een "recept" te gebruiken. Als je net als bij koken in staat bent "de smaak" van jouw organisatie te raken, verbind je de twee elementen van de titel van deze blog, op een voor iedereen begrijpelijke en acceptabele manier. Je gebruikt een recept, maar doet dat wel vanuit jezelf. Dat snappen mensen. Het woord innoveren, dat voor mensen ook vaak een soort bedreiging inhoudt, hoef je dan niet te gebruiken. Dat maakt het ook nog eens een stuk makkelijker.

Het recept dat hieronder gegeven wordt, is al heel erg oud: gestoofde peertjes. Heel simpel, maar door er zelf mee aan de slag te gaan en eigen ingrediënten, kruiden of specerijen te gebruiken, kun je er toch een eigen draai en een eigen karakter aan geven. Uit ervaring weet ik dat je eetgasten juist dat, heel erg op prijs stellen. Het is een bekend, bepaald niet innovatief recept, dat je wel op een eigen creatieve manier kunt invullen.

Gestoofde Peertjes

Ingrediënten:

  • 2 kg stoofperen (Ik neem altijd Gieser Wildeman: heel stevig en smaakvol)
  • 200-250 gr suiker (Uiteraard mag je meer of minder, of zelfs geen suiker gebruiken. Je moet maar experimenteren wat je het lekkerst vindt.)
  • 1 vanillepeul of 2 zakjes vanillesuiker of 1 el vanille essence van goede kwaliteit.)
  • 2 kaneelstokjes
  • 5 kruidnagels
  • 15 peperkorrels
  • 2 laurierblaadjes
  • 1/2 l rode bessensap, rode wijn of een rode likeur ( Een combinatie mag ook.)

Bereidingswijze:

Bereiding:

Schil de peertjes. Je kunt ze heel laten, maar laat dan het steeltje eraan zitten.
Als ik er zelf voor kies om de peertjes heel te laten, haal ik met een meloenbolletjes lepel het kroosje eruit.
Meestal probeer ik grote peren te kopen. Na het schillen halveer ik die en haal ik met de meloenbolletjes lepel vanaf de steel het harde gedeelte en het klokhuis uit de peren. Doe de geschilde peren in een grote pan.

Neem een stukje doek, of een papieren zakje voor losse thee (een theebol of iets dergelijks is ook goed) en vul dit met de kruiden en specerijen. Zo nodig breek je de kaneelstokjes. Als je een vanillepeul gebruikt snijd je deze in de lengte doormidden. Je schraapt de zaadjes er met een mes uit. De zaadjes doe je bij de peren.
De overblijvende peul doe je bij de andere kruiden. Knoop het zakje dicht of sluit het goed af.

Doe het bessensap, de rode wijn of de likeur bij de peren en vul aan met water tot de peren net onder staan.
Breng aan de kook.
Als de massa kookt, doe je de suiker erbij en het zakje met de kruiden.
(N.B. Als ik geen wijn gebruik, maar zoete likeur of bessensap, doe ik er altijd 3 el witte azijn bij. Je kunt uiteraard ook andere ingrediënten toevoegen of gebruiken. Denk bij voorbeeld aan steranijs en/of een stuk gember)

Laat vervolgens op een zacht vuur rustig stoven. Afhankelijk van de grootte en of je de peren heel gelaten hebt, moet je rekenen op een stooftijd van 1,5 tot 2,5 uur. Controleer of de peren gaar zijn. Dit gaat het beste met een vork, die je gemakkelijk tot in de kern moet kunnen steken. Je moet er echter wel voor oppassen dat de peren niet te zacht worden. Begin daarom na 1,5 uur te controleren. Je zult zien dat de peren vanzelf mooi rood worden.

Laat de peren in het vocht afkoelen. Lekker bij wild, stoofpotten of rode kool. Ook heerlijk als dessert, al of niet met ijs. Misschien een gekke gedachte, maar ze zijn ook heerlijk bij een pittige kaas. Een voorbeeldje: maak een zachte, pittige, korstloze geitenkaas smeuïg met wat slagroom. Voeg er naar smaak wat peper aan toe en vul hiermee een halve peer, die je wat verder hebt uitgehold.

Weblog voor managers

Volg mij via Social Media

Copyright © 2012 - Koken voor Managers | Drs. H.J. Spaan | Sitemap