Elk boontje zingt zijn toontje!
Leiding geven
"Waar bemoeit hij/zij zich mee!" Laten we eerlijk zijn: heel vaak is dat wat een medewerker denkt als hij zegt het helemaal met zijn leidinggevende eens te zijn. De leidinggevende blij, maar toch ook weer niet. Hij denkt waarom kost het zoveel inspanning iemand iets duidelijk te maken en snapt hij het nou ook echt? Allebei schijnbaar tevreden, maar is de wederzijdse boodschap wel duidelijk? Is er duidelijkheid over het resultaat?
Ik denk een typisch voorbeeld van het langs elkaar heen praten waar leidinggevenden, maar ook de medewerkers zeer regelmatig mee geconfronteerd worden. Er is niet één "schuldige" aan te wijzen. Beide partijen zijn deel van het proces en dragen er ook een stuk verantwoordelijkheid voor.
Mijn visie is wel dat het vooral de leidinggevende is die voor de nodige duidelijkheid moet zorgen. Een Engelstalig gezegde luidt: "A leader is one who knows the way, goes the way and shows the way".
Het is niet makkelijk dit altijd waar te maken. Daar tegenover is het wel heel inefficiënt om onduidelijkheden te laten voortbestaan. Het moeilijke is dat je bereid moet zijn om je eigen kwetsbaarheid als manager te tonen en daardoor het echte vertrouwen van medewerkers te winnen. Medewerkers mogen best weten, dat jij als manager ook soms je twijfels hebt en zeker dat je niet op alle vragen antwoord hebt. Daarnaast heb je meestal met individuele personen te maken, waarmee je afspraken maakt. Iedere persoon is weer anders en vraagt dus om een eigen passende aanpak. Dit betekent voor de praktijk van leidinggeven dat je aan niet meer mensen leiding moet gaan geven dan je aankunt. Dit vraagt vooral om eerlijkheid naar jezelf. Bovendien moet je als leidinggevende leren dat je je niet met alle zaken moet willen bemoeien.
Ervaar je als leidinggevende zo'n situatie, dan vraagt dat om een herbezinning op de invulling van jouw leiderschap. Heel praktisch gaat het dan om drie aandachtspunten:
- beperk het aantal personen waaraan je leiding geeft, zoveel als mogelijk (span of control). Zorg dat je niet "over de kook raakt".
- bemoei je alleen met zaken die er echt voor jou, in jouw positie, toe doen. Dus eerst je eigen boontjes doppen en pas daarna bezien of je meer kunt doen.
- durf zaken aan je medewerkers over te laten en hou er daarbij rekening mee dat nou eenmaal elk boontje zijn eigen toontje zingt.
Vandaar het onderstaande recept voor een pittige bonensalade. Je proeft hierbij de individuele ingrediënten terwijl het geheel een smaakvolle combinatie vormt.
Pittige salade van bruine bonen
Ingrediënten:
- 1 groot blik bruine bonen
- 1 flinke, liefst zoete, ui
- 1 rode of gele paprika
- 6 augurkensticks
- 20 zilveruitjes
- 2 vleestomaten
- Peterselie
- Mosterd
- Olijfolie
- Azijn
- 100 gr Quinoa of rijst
- Peper en zout
Bereidingswijze:
Haal de bonen uit het blik, doe ze in een vergiet of zeef en spoel ze af onder de kraan. Doe in een schaal.
Schil de paprika en snijd in kleine blokjes
Snipper de ui niet te fijn.
Verwijder het zachte deel van de augurkensticks en snijd in kleine blokjes.
Snijd de zilveruitjes in vieren.
Pel de tomaten, verwijder de pitjes en snijd het vlees in blokjes.
Doe gaandeweg de diverse componenten bij de bruine bonen.
Vermeng alles met een grote lepel.
Voeg 1 el scherpe mosterd toe. Voeg azijn toe. Begin met drie el. Doe er 9 el olijfolie bij en vermeng alles met de bonen. Proef goed en let er vooral op of er voldoende zuur in de salade zit. Voeg zo nodig azijn en/of olie toe. Breng op smaak met peper en zout.
Voor extra pit kun je nog wat cayennepeper of tabasco toevoegen. Laat een paar uur rusten in de koelkast.
Kook de quinoa of de rijst volgens het kookvoorschrift. Voeg de quinoa of de rijst een half uurtje voor het serveren toe aan de bonensalade en meng.
Serveren met gebakken krieltjes. Eventueel kun je er nog een groene salade bij serveren.