Pittige tantes


6
Dec 2012

Jong talent werven en houden

Laatst hoorde ik iemand spreken over de generatiekloof die er binnen organisaties is. Jonge medewerkers mopperen op de oudere omdat ze hun ontwikkeling zouden blokkeren en oudere werknemers mopperen op de jongere omdat ze op hun stoel zouden willen gaan zitten. Als je echter een goede mix weet te vinden in jouw organisatie, zitten daar ook veel voordelen aan. Je kunt jeugdig elan koppelen aan ervaring en wijsheid en nieuwe ideeën aan een bewezen aanpak.

Een ontwikkeling die meer zorgen baart is dat het kennelijk steeds moeilijker wordt om jonge talentvolle mensen aan te trekken en ze ook voor een langere periode aan jouw organisatie te binden. Bij de overheid heeft dat voor een deel te maken met het imago. Kennelijk stimuleert dit jonge mensen niet om hun toekomst bij die overheid vorm te geven. Het heeft echter ook te maken met de gedachte dat de ontwikkelingsmogelijkheden (mede gerelateerd aan het bestaande imago) bij een overheid te beperkt zijn. In het bedrijfsleven lijkt het misschien minder te spelen, maar ook daar zie je het verschijnsel van de generatiekloof. Zowel bij de overheid als bij bedrijven moeten jonge mensen soms opboksen tegen de gevestigde orde. Dat geldt voor jonge mannen, maar beslist nog meer voor jonge vrouwen. Hoe geëmancipeerd we ook zijn; dit blijft een punt.

Hoewel het imago misschien anders is, geldt juist bij een overheid, met zijn zeer gevarieerde takenpakket en maatschappelijke binding, dat de ontwikkelingskansen daar voor het oprapen liggen. Gebruik ervan maken is echter geen automatisme. Het werkt alleen als de leidinggevenden en het bestuur snappen en er ook daadwerkelijk inhoud aan geven, dat niet alleen het besluit van hen moet komen, maar vooral de inspiratie en de motivatie. Op dit punt is er volgens mij ook geen verschil tussen overheid en bedrijfsleven. Het management zal er ook voor moeten zorgen dat de ontwikkeling van jong talent niet los komt te staan van de rest van de organisatie. Uit gesprekken met leidinggevenden weet ik dat dit een grote valkuil is en een van de oorzaken waardoor de gewenste ontwikkeling van jong talent stagneert of zelfs mislukt.

Het vraagt moed en doorzettingsvermogen om met dit soort trajecten te beginnen. Van onderaf opbouwen en tegelijk de oudere werknemers meenemen in het proces; dat is een grote uitdaging. Zorg ervoor dat deze categorie medewerkers zich niet achtergesteld gaat voelen. Dat levert alleen gezeur en scheve gezichten op. En als je dan toch bezig bent, geeft dan ook jonge vrouwen een goede kans op carrièreontwikkeling. Het is heel goed voor een organisatie als daarin een paar "pittige tantes" aanwezig zijn.

Als recept daarom deze keer een ouderwetse "pittige tante", namelijk Nasi Goreng. Een recept dat zich, als je het wat vaker maakt, ook steeds meer zal ontwikkelen naar jouw eigen smaak.

Nasi Goreng

Ingrediënten:

Voor de boemboe (Kruidenpasta)

  • 1 cm verse gemberwortel
  • 1 stengel sereh (citroengras)
  • 1 ui
  • 2 teentje knoflook
  • 2 tl sambal oelek (of 3, of 4 als je van echt heet houdt)
  • 25 gram ongezouten cashewnoten (mogen ook pinda's zijn)
  • ¼ blokje trassie oedang (garnalenpasta)
  • 1 tl gemalen laos
  • 1 tl gemalen ketoembar (koriander)
  • 1 tl donkere basterdsuiker
  • 2 el zonnebloemolie

Voor de Nasi goreng

  • 3 ons rijst
  • 1 flinke prei, in ringetjes gesneden
  • 200 gr fijngesneden witte kool
  • 150 gr sperzieboontjes in stukjes, gekookt
  • 1 flinke ui
  • 150 gr taugé
  • 150 gr gerookt mager spek in blokjes

Bereidingswijze:

Gemberwortel schillen en in stukjes snijden.

Buitenste harde blad van sereh verwijderen en binnenste in dunne ringetjes snijden.
Ui en knoflook pellen en in grove stukken snijden.

In keukenmachine ui, knoflook, citroengras, noten en gember zeer fijn hakken.
Sambal, trassie, laos, ketoembar en basterdsuiker toevoegen en nog even hakken. Olie toevoegen en opnieuw hakken.

De boemboe kan in vieren worden gedeeld en worden ingevroren. De boemboe kan worden gebruikt bij diverse gerechten zoals kabeljauwfilet, Tofu of kip.

Neem voor het gemak snelkookrijst en kook deze volgens de gebruiksaanwijzing. Laat de rijst een paar uur afkoelen. De rijst mag niet kleverig zijn.

Bak de spekjes in een wok. Gebruik wat olie en bak de spekjes lekker knapperig. Haal uit de wok.

Doe de boemboe in het achtergebleven vet en bak tot de geur goed vrijkomt. Voeg dan de prei, de ui en de kool toe. Bak al omscheppend een paar minuten. De groenten moeten liefst wat knapperig blijven. Voeg de rijst toe, samen met de boontjes en de taugé en bak al omscheppend tot de rijst goed warm is. Roer de spekjes er door.

Als je echt van pittig houdt, voeg je nog een extra schepje sambal toe als je de boemboe gaat bakken.

Als je meer vlees in de nasi wilt, kun je blokjes gekookte ham toevoegen of kleine blokjes mager varkensvlees die je bakt nadat je de spekjes uit de wok hebt verwijderd.Ze moeten niet helemaal door en door gaar zijn. De vleesblokjes toevoegen als je ook de rijst toevoegt.

Serveren met saté en een spiegelei. Uiteraard horen ook atjar en seroendeng erbij.

Weblog voor managers

Volg mij via Social Media

Copyright © 2012 - Koken voor Managers | Drs. H.J. Spaan | Sitemap