Broodjes bal met mosterd
Doen wat werkt
Organisaties zijn constant in beweging. Voor een deel is dat nodig omdat de maatschappelijke omgeving steeds verandert. Er is vaak geen alternatief en je moet mee om bij te blijven. Dat is dus geen veranderen om te veranderen. Toch zie je dat verschijnsel op veel plaatsen de kop opsteken. Er is nog maar net weer een nieuwe ontwikkeling (of iets dat daarop lijkt) en vrijwel onmiddellijk hoor je overal het bijpassende jargon en worden er, ogenschijnlijk met kennis van zaken, allerlei verandertrajecten opgesteld. Wie kent ze niet?
- Het Nieuwe Werken
- Flexplekken
- In de Cloud werken
- Mobiliteit
- Zelfsturing
- Lean
- Etc.
Als je de argumenten leest die daarbij gebruikt worden, vallen termen op als: moderne bedrijfsvoering, meer klantgericht werken, efficiënter werken, sturen op resultaat etc. op. Wat eveneens opvalt, is dat deze termen wel bij de bedoelde verandertrajecten worden gebruikt, maar binnen die context niet nader worden gespecificeerd of toegelicht. Er wordt kennelijk vanuit gegaan dat iedereen het toch wel snapt. Als dat zo was en iedereen stond ook achter de termen, dan zou de kans dat veranderingen slagen, veel groter zijn dan nu het geval is.
Wat gaat er mis?
Laten we eerlijk zijn: veel opgestarte veranderingstrajecten, sterven een stille dood. Ze zijn ergens "bedacht", maar blijken feitelijk geen of onvoldoende draagvlak te hebben. De gewenste veranderingen zijn niet beoordeeld vanuit een oogpunt van noodzaak of het toekomstige effect, maar volgen een door anderen ingezette trend. Het is nodig je steeds de vraag te stellen: heb ik deze verandering echt nodig, welk effecten worden bereikt en.. heeft mijn organisatie voldoende absorptievermogen voor de verandering.
Bijna iedereen lust graag een broodje met een lekkere gehaktbal. Als je dat weet, moet je niet in een keer een volkomen ander gerecht voorschotelen. Het is beter om door aanpassingen van bij voorbeeld de samenstelling van de gehaktbal het aanpassen van het garnituur of de saus, mensen te leren dat er meer lekkere dingen zijn dan alleen de gehaktbal op zich. Een dergelijke verandering is geleidelijk en voor iedereen letterlijk te behappen.
Zo moet het in een organisatie ook zijn. Neem mensen van het begin af aan mee in het beoordelen of een verandering nodig is en neem ze vooral mee in het eigenlijke veranderproces. Wees duidelijk over het waarom ervan en zorg voor ruimte zowel inhoudelijk als in tempo om mensen blijvend aan het proces te binden. Realiseer je daarbij wel dat er mensen zullen zijn die bepaalde producten of gerechten echt niet zullen eten.
Tegen dat verschijnsel loop je ook aan bij veranderingstrajecten in een organisatie. Respecteer de grenzen die mensen aangeven, zoveel als mogelijk en probeer ze onderdeel van het veranderingsproces te maken. Accepteer echter wel dat het vrijwel nooit zal lukken om "alle neuzen dezelfde kant op te laten gaan". Voor het welslagen van een verandering is dat ook niet nodig. Je hebt voor het doorvoeren van een verandering een bepaalde massa nodig. Dat is echter zelden of nooit 100%. Als je een verandering goed onderbouwt, snappen mensen de keuzes die je gemaakt hebt. Dat is de belangrijkste stap bij de acceptatie van veranderingen.
Geniet van het recept van de onderstaande gehaktbal. Je hebt alle mogelijkheden om hierop naar eigen smaak en de smaak van jouw omgeving te variëren. Maak daar ook gebruik van en wees, net als in je organisatie, niet bang om eens te experimenteren.
De "ouderwetse" gehaktbal
Ingrediënten:
- 500 gr half-om-half gehakt
- ¼ tl nootmuskaat
- ¼ tl kruidnagel
- ½ tl zwarte peper
- Mespuntje korianderpoeder (ketoembar)
- Mespuntje gemberpoeder
- (eventueel ¼ teentje knoflook of een mespuntje knoflookpoeder)
- 4-5 el paneermeel
- (eventueel 1 ei)
- 1 tl Zout (of meer, naar smaak)
Bereidingswijze:
Het beste voor dit recept is half-om-half gehakt. Meng het gehakt in een grote kom met de nootmuskaat, de kruidnagel, de peper, de koriander, de gember, de knoflook, het paneermeel en het zout. ( Tip: heel fijn gesneden en even aangebakken ontbijtspek erdoor is ook lekker. Op een pond vlees echter niet meer dan 50 gram.)
Laat het mengsel een poosje in de koelkast rusten.
Maak er daarna ballen van met een doorsnede van ongeveer van 6-8 cm. Je kunt uiteraard ook meteen de ballen maken en deze vervolgens laten rusten. Je kunt de ballen voor het rusten ook nog door wat paneermeel rollen. Dat geeft een extra krokant korstje.
Hierna kun je de ballen braden.
Doe wat braadmiddel in de pan en bak de ballen bruin, op niet te hoog vuur. Regelmatig omkeren. Doe, als de ballen mooi bruin zijn, wat water bij het braadvet en laat de ballen 20 minuutjes sudderen.
Als je het vocht als jus wilt gebruiken, is het lekker om een fijngesneden ui mee te bakken. Uiteraard kun je ook allerlei andere smaakmakers toevoegen, Bij voorbeeld, prei, wortel of champignon. De jus kun je binden met wat maizena, opgelost in water. Eventueel nog wat zout en peper aan de jus toevoegen. (Tip: Wat ook heel lekker is, is een klein schepje Marmite toevoegen.)
Op brood zowel koud als warm heel lekker. Dan uiteraard met mosterd.
Als je de jus extra wilt vullen, bak dan 1 flinke ui, in halve ringen gesneden, lekker bruin in wat boter,in een aparte pan, en voeg de uien toe aan de jus. Hetzelfde kun je doen met een paar champignons in plakjes.
Je kunt van het gehakt ook platte schijven maken die het, geroosterd op de barbecue, prima doen.
De gehaktmassa leent zich ook uitstekend om als kleine balletjes in de soep te doen.
Bij gehaktballen smaakt een wat zoete of zoetzure saus vaak heel goed. Een idee is om van het braadvocht van de gehaktballen een gebonden jus te maken. Het beste is dan wel om het braadvocht eerst zoveel mogelijk te ontvetten. Blus het achterblijvende vocht en de bruine aanbaksels af met wat water en eventueel een scheutje port. Bind de jus met wat maizena, dat je hebt opgelost in een klein beetje koud water. Voeg dan een paar eetlepels vruchtenjam toe. Bramenjam is heerlijk, maar ook abrikozenjam doet het goed of cranberryjam.