Worteltjes zijn goed voor je ogen
Vertel het juiste verhaal en met enthousiasme
Als deze blog wordt gepubliceerd, staat in het zuiden van Nederland het Carnaval op beginnen. In Dongen, mijn woonplaats, een groot feest. Het officiële begin van de carnavalsperiode is uiteraard de elfde-van-de-elfde van een jaar. Vanaf die datum vinden er in de aanloop naar het eigenlijke carnavalsfeest allerlei festiviteiten en evenementen plaats. Een van de belangrijkste daarbij is in Dongen de zogenaamde "Sauwelavond". Een aantal Dongenaren stapt "in de ton" en geeft commentaar op de situatie in de gemeente en op de actualiteit.
Deze sauwelaars vertellen dus een verhaal. Iedere sauwelaar doet dat op zijn eigen manier en heeft zijn eigen onderwerpen of stokpaardjes en zijn eigen aanpak. Ze vertellen het verhaal dat past bij hun insteek en doen dat met groot enthousiasme.
In de marketing in de huidige tijd, is een verhaal vertellen een trend. "Story telling" heet het dan. Deze trend zie je ook verschijnen in organisaties; met name bij organisatieveranderingen. Aan de hand van een verhaal probeert men mensen duidelijk te maken hoe goed het is en hoeveel beter het wordt, als de beoogde veranderingen worden doorgevoerd. Met zo'n aanpak als zodanig, is natuurlijk niks mis. Er zijn echter wel een paar belangrijke voorwaarden waaraan voldaan moet worden om er succes mee te hebben.
Het juiste verhaal.
Als je sauwelaar bent, vertel je eigenlijk altijd het juiste verhaal. Je kiest een rol en van daaruit bouw je het verhaal op. Het resultaat dat een sauwelaar nastreeft is dat de mensen lachen. Eigenlijk moet je dezelfde benadering kiezen in een organisatie. Het verhaal dat je vertelt, komt voort uit de rol die je hebt en beoogt het bereiken van een doel: het doorvoeren van een verandering. Vergis je er niet in, maar mensen prikken heel snel door een verhaal heen dat niet consistent is en teveel open einden laat. Eigenlijk sta je dan meteen al op achterstand. Nog erger wordt het als blijkt dat je, in de ogen van de medewerkers, je verhaal niet waar maakt of kunt maken.
Als je "story telling" wilt gebruiken en ik zou dat zeker doen, als de situatie daar om vraagt, zorg dan voor een consistent verhaal, dat echt aansluit bij de beoogde verandering. Hou het kort en ter zake. Maak het ook niet te persoonlijk. En, maak het niet te ingewikkeld. Zorg dat de zaken die je in het verhaal aan de orde stelt, herkenbaar zijn en vooral voor jou ook haalbaar. De grote valkuil is dat je, omdat je zelf weet wat je wilt – daar ga ik althans vanuit – je in je eigen verhaal verstrikt raakt. Probeer het altijd op te bouwen vanuit het perspectief van de medewerker.
Enthousiasme
Als je een goede sauwelaar meemaakt, dan zul je zien dat hij of zij misschien zelf wel het meeste van zijn verhaal geniet. Dat op zich werkt al aanstekelijk. Een dergelijk soort bevlogenheid heb je ook nodig als je aan jouw medewerkers een verhaal vertelt. De inhoud kan nog zo goed zijn, maar als je als verteller ongeïnspireerd een verhaal vertelt of dat doet op monotone en al te zakelijke wijze, verlies je snel de aandacht. Dat maakt je verhaal voor de toehoorders minder geloofwaardig. Je straalt immers zelf ook geen geloof in je verhaal uit. Dat kun je oefenen waarbij het op de eerste plaats nodig is dat jij het verhaal je eigen hebt gemaakt. Het is JOUW verhaal.
Doe als de sauwelaars: maak een consistent verhaal, zorg dat het pakkend is en vertel het boeiend en met enthousiasme.
In Dongen is het traditie met carnaval wortelstamppot te eten. Op z'n Dongens: "Peejestaamp". Lekker en het geeft een goede ondergrond voor een leuk carnaval. En omdat worteltjes goed voor je ogen zijn, zie je het nog helder ook. Althans tot aan een zekere grens!
Wortelstamp
Ingrediënten:
- 1 kg geschilde, kruimig kokende aardappelen
- 650 gr schoongemaakte wortelen in kleine blokjes of grof geschaafd
- 350 gr ui, in niet te kleine stukjes
- Melk
- Boter
- 200 gr spekblokjes
- Peper en zout
- (Eventueel mosterd en/of geraspte belegen kaas)
Bereidingswijze:
Bereiding:
Kook de aardappelen goed gaar. Giet af en laat even droog koken.
Kook de wortelen samen met de uien in een bodempje water.
Terwijl aardappelen en wortels koken, bak je de spekjes op niet te hoog vuur uit.
Als de wortelen en uien gaar zijn, afgieten in een vergiet. Terug in de pan doen en goed droog laten worden. Dit kan het beste op zacht vuur. Zorg ervoor dat de boel niet aanbrandt.
Doe de wortelen en uien bij de aardappelen. Voeg een scheutje melk toe en een klont boter. Stamp het geheel tot een mooie, vooral niet te natte massa. Als het nodig is, kun je een scheutje melk extra toevoegen.
Roer de spekjes (eventueel samen met het spekvet) erdoor en breng op smaak met peper en zout. Let er bij dat laatste op dat gerookt spek van zichzelf al zout is.
Voor extra smaak kun je een eetlepel mosterd door de stamppot roeren of 100 gr. belegen geraspte kaas. Dat is eigen keuze.
Ook zonder deze toevoegingen is de stamppot heerlijk. Het lekkerst is om de stamppot een dag van te voren klaar te maken en deze vervolgens in de oven op te warmen. ± 45 Minuten op 170° moet genoeg zijn.
Ik eet er zelf altijd een lekkere rookworst bij. Traditioneel wordt de stamppot echter gegeten met klapstuk. Dat is gesudderd rundvlees. Een lekkere gehaktbal of karbonade erbij, is ook heerlijk. Vergeet vooral niet een "kuiltje jus". Dat maakt het af en echt Hollands.