Kluiven mag!
Jezelf zijn.
Bij veel van wat we doen, laten we ons leiden door beeldvorming. De beelden die we van anderen hebben of die we over hun handelen hebben, zijn tenminste mede bepalend bij ons oordeel. Het omgekeerde geldt ook. We willen een positief beeld van onszelf scheppen omdat we denken dat dit bijdraagt aan het krijgen van waardering.
Je ziet dit gedrag zelfs al bij zoiets simpels als kip eten. Bijna iedereen vindt kluiven aan een kippenpoot heel lekker. Toch zullen we, als er anderen bij zijn, bij voorkeur mes en vork gebruiken. Er wordt dan wel gezegd: "kluiven mag", maar je blijft je bewust van de vraag hoe de anderen het zullen vinden als je inderdaad gaat kluiven. Je wilt dus een door jou niet gewenste beeldvorming voorkomen.
Misschien op het eerste gezicht een triviaal voorbeeld. Daar staat tegenover dat, als beeldvorming bij het simpel eten van een kippenpoot, al van belang is, hoe belangrijk moet het dan wel niet zijn in andere situaties.
Het is allemaal heel begrijpelijk en voor een deel is er ook weinig aan te doen. Er is echter één ding waar het wel kan wringen. Dat is de vraag of je, door je teveel bewust te zijn van (mogelijke) beeldvorming en er je gedrag op af te stemmen, niet steeds verder van jezelf af komt te staan.
Het is mijn vaste overtuiging dat mensen die te ver van zichzelf afstaan, steeds ongelukkiger worden en steeds slechter gaan functioneren. Er wordt teveel energie gestopt in het naar voren brengen van een positief beeld. Aan de inhoud komt men dan steeds minder toe. Een leidinggevende zal mensen daar, bij voorbeeld in een functioneringsgesprek op aanspreken. Dit tot grote verbazing en ontsteltenis van de betreffende persoon. "Ik doe toch altijd mijn best!" "Ik ben toch altijd loyaal!!" "Nooit is mij iets teveel!!"
Dit soort uitspraken gaan echter niet over de inhoud, maar over de beeldvorming die je wenst. De leidinggevende beoordeelt echter op inhoud. Dat is ook zijn taak, want hij is uiteindelijk verantwoordelijk voor het eindresultaat. De communicatie wordt dus onevenwichtig omdat de een het heeft over inhoud en de andere feitelijk over beeldvorming.
Het is overigens niet zo dat beeldvorming alleen in de meer hiërarchische situatie, zoals beschreven, aan de orde komt. Het speelt evenzeer van leidinggevenden t.o.v. hun medewerkers en heel beslist ook binnen groepen.
Voor een deel hoort het erbij, maar het is goed om jezelf als individu, maar zeker ook als groep, zo af en toe eens een drietal vragen te stellen en daar eerlijk antwoord op te geven:
- Wie ben ik?
- Wat wil ik?
- Wat kan ik?
Vanuit het antwoord op de drie vragen is het makkelijker en beter om over inhoud te praten. Je praat dan niet meer vanuit gewenste beeldvorming. De vraag is wat kan ik betekenen (of wat kan de groep betekenen) voor een goed resulaat. En dat op basis van hoe men zelf in het leven staat. Wat draag ik bij aan een goed resultaat?
Dus, wees jezelf en denk eraan: kluiven mag!!
Kip uit de oven
Ingrediënten:
- 1 flinke kip (Minimaal 1.200 gr.) Kies vooral een kip van goede kwaliteit. Het liefst een die buiten gelopen heeft.
- 6 uien in grove stukken
- 4 t knoflook in plakjes
- 4 takjes tijm
- 2 takjes rozemarijn
- 1 citroen in 4 stukken
- zonnebloemolie
- kipkruiden
Bereidingswijze:
De kip voor zover nodig, schoonmaken. Goed droogdeppen. Schenk wat olie in de holte van de kip. Daarna strooi je er kipkruiden in. Zorg dat alles goed verdeeld is. Daarna vul je de holte met de helft van de ui, de knoflook, de tijm, de rozemarijn en de citroen.
Vervolgens smeer je het vel van de kip in met olie en strooit daar kipkruiden overheen. Goed verdelen en inwrijven.
Leg de kip, met de borstkant naar beneden, in een ruime ovenschaal. Doe er de resterende helft van de uien etc. bij. Voeg 1 glas water toe.
Verwarm de oven voor op 200°. Gebruik bij voorkeur de ovenventilator. Zet de kip in de oven en laat 20 minuten bakken. Zet vervolgens de temperatuur van de oven op 165°. Laat de kip nog 20 minuten op de borstkant verder bakken. Draai de kip dan op zijn rug. Vervolgens nog 20-30 minuten in de oven laten. De precieze tijd is moeilijk te bepalen. Dat ligt vooral aan de grootte van de kip. Een grotere kip zal gewoon wat meer tijd nodig hebben dan een kleine. Een mogelijkheid om te controleren is een metalen saté pen in het dikke deel van de poot steken. Als het vocht dat eruit komt licht en doorzichtig is, is de kip gaar.
Haal de kip uit de oven en leg op een bord of schaal. Dek luchtig af met aluminiumfolie en laat 20-25 minuten rusten.
Verwijder zoveel mogelijk het vet van het vocht dat in de braadschaal is achtergebleven. Laat de aanbaksel en de groenten en kruiden in de braadschaal iggen. Zet de schaal op een niet al te hoog vuur en blus af met wat kippenbouillon. Laat, al roerende een paar minuten doorkoken. Zorg dat alle aanbaksel goed zijn opgelost.
Zeef de bouillon boven een steelpannetje. Maak van de bouillon een sausje. Breng op smaak met zout en peper. Eventueel kun je de saus wat binden met een lepeltje maizena opgelost in een scheutje water. Je kunt nog afwerken met een scheut room of er wat klontjes roomboter door kloppen.
Als je het vel van de kip heel knapperig wilt hebben, kun je de kip nog even onder de hete grill zetten. Eerst 2 minuten met de borstkant boven, daarna met de rugkant naar boven. Echt niet langer dan 2 minuten per kant.
Verdeel de kip in handzame stukken en serveer op een mooi bord. Neem er heel ouderwets, lekkere gebakken aardappels bij met erwtjes en appelmoes.
Doe de saus apart in een kom.