Alles op je bordje krijgen
Stress
De kunst van het opmaken van borden, is het vinden van de juiste balans tussen het formaat en de vorm van het bord, de hoeveelheid voedsel en de manier waarop je het op het bord legt. Een kok moet het leren, maar moet er vooral ook feeling voor hebben. Ik vind het eerlijk gezegd heel lastig. Het koken lukt meestal heel aardig, maar het gerecht dat je met zorg bereid hebt, ook goed presenteren is een ander verhaal. Je kunt je ook maar gedeeltelijk verschuilen achter de uitspraak dat het toch vooral om de smaak gaat. Dat is op zich wel zo, maar het oog wil ook wat.
Veel op je bordje.
Laatst viel het me tijdens een lunch ook weer op. Ik had een uitsmijter besteld. De smaak was goed, maar het bord zag er niet uit. Drie half over elkaar heen gelegde bruine boterhammen. Schots en scheef kaas en gebakken spek erover en daar overheen drie gebakken eieren. En uiteraard ook nog de geijkte garnituur van sla, rauwkost en rundvleessalade. Het was bijna niet mogelijk een goed begin te maken zonder knoeien. Er lag teveel op het bord en uit de presentatie sprak een zeker gebrek aan betrokkenheid. Ook al was de smaak op zich goed, de presentatie verminderde voor mij wel het plezier van het eten.
Je zou kunnen zeggen dat het mij in zekere zin een vorm van stress opleverde. Nou kan ik met deze vorm van stress uiteraard goed leven. In organisaties zie je hetzelfde soort verschijnsel. Zeker in deze tijd van bezuinigingen krijgen mensen in organisaties nogal veel op hun bordje en wordt het nogal rommelig gepresenteerd. Daardoor raken mensen de weg kwijt en, in moderne termen gezegd, ze schieten in de stress.
Stress ongezond?
Nou is stress een raar verschijnsel. Het is uit onderzoeken ook gebleken dat een zekere mate van stress niet ongezond is en vaak juist stimulerend werkt. De kunst is echter wel heel goed de grens te ontdekken en te kennen die er is tussen "gezonde stress" en "ongezonde stress". In de praktijk is dat vaak moeilijk. Mensen hebben de neiging stijgende gevoelens van onlust, onrust en soms zelfs angst, te ontkennen.
Men gaat door en ineens heeft men een "burn out". Ik maak regelmatig mee dat mensen dit afdoen met: het is een modewoord en een modeverschijnsel! Dat vind ik heel gevaarlijk. Je kunt gewoon niet of slechts heel moeilijk bepalen hoe een ander in elkaar zit en waar de grens ligt waar hij/zij niet overheen moet gaan. Als dat toch gebeurt, zit de werknemer met een groot probleem, maar ook de werkgever. Het kost een werknemer vaak nogal wat tijd om voldoende te herstellen en gedurende die tijd mist de werkgever een werknemer. Het gat dat ontstaat zal het gat op de een of andere manier moeten worden opgevuld. Dat kost geld en het is bepaald goed voor te stellen dat er daardoor op andere plekken in de organisatie weer stressproblemen ontstaan.
Het is in alle opzichten dan ook beter stressproblemen te voorkomen. 100% voorkomen, zal vrijwel zeker niet lukken, want niet voor iedereen ligt de stressgrens op dezelfde plek. De een is nou eenmaal gevoeliger voor stress en spanningen dan een ander. De een kan er ook beter mee omgaan dan de ander.
Voorkom ongezonde stress.
De beste manier om dit soort problemen te voorkomen, bestaat in elk geval uit de volgende elementen:
1. Een goede verdeling van verantwoordelijkheden en vooral duidelijkheid erover.
2. Daarmee samenhangend het geven van de juiste bevoegdheden en de juiste ondersteuning
3. Een goed controle en feedback systeem
4. Serieus nemen van de feedback
5. Signalen die hieruit naar voren komen, goed analyseren en er serieus en open mee omgaan. Dit betekent ook dat je maatregelen die genomen moeten worden ook daadwerkelijk neemt. Dat klinkt misschien triviaal, maar het is toch vaak iets dat gewoon niet gebeurt. Om allerlei redenen worden de juiste maatregelen niet of onvoldoende genomen. Dat is in elk geval dé manier om mensen het gevoel te geven in de steek gelaten te worden. Over stress gesproken.
Mijn advies: kies, net als een zichzelf respecterende kok, het juiste "bord" voor jouw medewerkers. Schep daar een behapbare hoeveelheid werk op en presenteer het op een aantrekkelijke manier. Dan heb je een goede basis om negatieve en ongezonde stress zoveel als mogelijk te voorkomen.
Pas, in de parallel, wel op met het onderstaande gerecht, het is zo lekker dat je makkelijk geneigd bent er teveel van op te scheppen.
Ovenschotel bloemkool met kaassaus
Ingrediënten:
- 1 flinke bloemkool
- 50 gr boter (Margarine mag uiteraard ook, maar boter is lekkerder) + een stukje voor over de bloemkoolschotel
- 50 gr bloem
- 0,5 l melk (je kunt de helft van de melk ook vervangen door eenzelfde hoeveelheid kookvocht van de bloemkool)
- 175 gr geraspte, pittige kaas
- Peper
- Eventueel wat paprikapoeder of wat chilipoeder
- Zout
- 750 gr net niet gaar gekookte vastkokende aardappelen in dikke plakken
- 4 stuks verse worst
- Eventueel wat paneermeel
Bereidingswijze:
Maak de bloemkool schoon en verdeel in roosjes. Kook in water met zout. Zorg ervoor dat de bloemkool niet te gaar wordt. Ze gaart namelijk in de oven nog wat door.
Giet de bloemkool af en laat in een vergiet goed uitlekken. Bewaar wat van het kookvocht als je dit in de kaassaus wilt gebruiken.
Bak intussen de verse worst lekker bruin in wat boter of ander braadproduct. Laat een minuut of 10 rustig bakken.
Verwarm de oven voor op 175°.
Smelt de boter in een aparte pan. Voeg de bloem toe en meng goed. Voeg de melk toe, en eventueel een deel van het achtergehouden kookvocht van de bloemkool. Breng rustig aan de kook. Roer goed en zorg dat er geen klontjes ontstaan. Voeg 150 gr kaas toe en laat al roerend smelten. Laat de saus nog een paar minuten koken en blijf ondertussen regelmatig roeren. Breng de saus op smaak met peper en zout. Eventueel kun je wat paprikapoeder toevoegen of, als je meer pit wilt, wat chilipoeder.
Neem een ovenschaal. Vul deze met de helft van de door elkaar gemengde bloemkoolroosjes en plakjes aardappel. Leg daarop de 4 stukken verse worst.
Bedek dit met de andere helft van de gemengde bloemkoolroosjes en plakken aardappel.
Schenk hierover de kaassaus. Bestrooi met de resterende 25 gr kaas en verdeel er wat kleine klontjes boter over. Voor een extra krokant korstje kun je ook nog wat paneermeel over de schotel strooien. Zet in de oven gedurende ongeveer 10-15 minuten. De bovenkant moet een lekker, niet te donker korstje krijgen.
Voor de liefhebbers kun je van het braadvet van de verse worst nog een lekkere jus maken. Als je het liever hebt, kun je de verse worst uiteraard apart bij de bloemkool serveren.