De krenten in de pap
Koester bijzondere momenten, gebeurtenissen of personen
Tijdens onze vakantie in Spanje, hebben we 2 keer gegeten bij een restaurantje, vlak om de hoek van onze gehuurde vakantiewoning. Aan de menukaart van het restaurant kon je zien, zowel aan de kaart zelf, als aan de gerechten, dat alles daar al jaren hetzelfde is. Zelfs de bediening straalde dat uit. Niet dat het eten slecht was, maar het was wel een bijzondere ervaring.
Bij de hoofdgerechten kon je kiezen uit 3 pastagerechten, 4 soorten Pizza en een stuk of 15 "patatgerechten". Het leuke was dat die laatste gerechten er allemaal hetzelfde uitzagen: patat, sla en vlees of vis. Allemaal op precies dezelfde manier op het bord gerangschikt. Nul komma nul uitdaging voor de kok en die deed haar werk dan ook met een grote mate van routine en verveling.
Organisatie
Mensen die het bovenstaande lezen, zullen het misschien herkennen en er wellicht ook om glimlachen. Maar nu de "gewetensvraag": als je in je organisatie om je heen kijkt, zie je dan niet vaak min of meer hetzelfde gebeuren? Mensen hebben nou eenmaal de sterke neiging om het bekende te handhaven. Niet zo zeer om behoudend te zijn op zich, maar vooral om het bestaande, bekende en vooral veilige evenwicht van belangen en relatiepatronen, niet te verstoren. De redenering is simpel: waarom zou je iets dat al jaren goed werkt, gaan veranderen? Zo redeneert de baas van het Spaanse restaurant ook!
Verandering nodig?
Het probleem bij deze redenering is dat deze volledig uitgaat van de perceptie van de medewerker of de organisatie. Het is in feite ook min of meer een ontkenning van de gevolgen van de steeds veranderende omgeving waarin organisaties functioneren. Als je als organisatie niet meegaat met die veranderende omgeving, zul je steeds meer geïsoleerd raken. Je ziet dit vooral bij overheden. Bij overheden doet men van alles om te veranderen en te innoveren en dichter bij de burger te komen. Er wordt veel energie in gestopt, maar veranderen en innoveren raakt de burger nog steeds onvoldoende. Mijn beeld is dat de veranderingen en innovaties in eerste instanties vooral gericht zijn op een grotere efficiency. Op zich niet verkeerd, maar met veranderingen die leiden tot een grotere tevredenheid en betrokkenheid bij de burger, zou je op enige termijn nog wel eens veel meer kunnen "verdienen". Dit soort veranderingen is echt nodig.
Koester talent
Het hierboven beschreven gedrag dat gericht is op behouden, heeft nog een negatieve kant. Het vormt voor mensen die anders willen en bij veranderingen of innovaties ook echt een rol kunnen spelen, een heel slecht keurslijf. Toch zijn deze mensen cruciaal om de ontwikkeling van een organisatie en innovaties binnen een organisatie, tot stand te brengen en vast te houden. Aan het management en de leiding daarom de taak dit talent te herkennen, het te beschermen, te ondersteunen en te faciliteren. Gelukkig zie je dit ook langzamerhand wel gebeuren. De tegenkrachten zijn echter sterk en als je niet alert blijft, zijn nieuwe ontwikkelingen doodgebloed voor je het goed en wel in de gaten hebt.
Talent moet je dus koesteren, maar hetzelfde geldt voor bijzondere momenten en bijzondere personen in een organisatie. Sta stil bij bijzondere momenten. Markeer bij voorbeeld het bereiken van een bepaalde mijlpaal of een bepaald resultaat met een leuke bijeenkomst of iets dergelijks. Dat stimuleert mensen om verder te gaan in het behalen van resultaten. Met name moet het dan gaan om veranderingen of innovaties waar echt iets mee bereikt wordt.
In een organisatie heb je ook vaak personen die iets bijzonders bedacht of verricht hebben. Zet ze even in het zonnetje en geef ze een passende beloning of attentie. Het zal hen stimuleren om verder te gaan en ook anderen zullen er door geïnspireerd raken.
Al met al zijn het deze "krenten in de pap" die de uiteindelijk smaak bepalen. Als je de pap steeds lekkerder maakt, zullen mensen er met plezier van blijven eten.
Nog even terug naar het Spaanse restaurant; na daar 2 keer gegeten te hebben, hadden wij het er wel gezien. Het plezier om uit eten te gaan, vonden we daar niet meer. Het is belangrijk dat mensen in een organisatie, vergelijkbaar, dit plezier behouden en niet elke dag naar hun werk gaan met de gedachte: "Ik heb het hier eigenlijk wel gehad". Op den duur zullen deze mensen, die vaak over de nodige talenten beschikken, de organisatie gaan verlaten en hun kwaliteiten om te veranderen en te innoveren op andere plaatsen gaan inzetten.
Kortom: koester talenten, bijzondere momenten en bijzondere personen.
Rijstpap met rozijnen en abrikozen
Ingrediënten:
Voor de pap
- 250 gr paprijst (het kan ook met rijst voor risotto)
- 0,9 l melk (liefst volle melk)
- 0,1 l slagroom
- 75 gr suiker (tot maximaal 100 gr, als je van erg zoet houdt)
- 1 vanillestokje
- 25 gr roomboter
- 2 eidooiers
Voor het rozijnen-abrikozen mengsel
- 75 gr rozijnen
- 75 gedroogde abrikozen in kleine stukjes gesneden
- 50 gr bruine suiker
- Sap van 1/2 limoen
- 1 scheutje bruine rum (facultatief; 1-2 el sterke koffie is ook lekker)
Bereidingswijze:
Breng de melk aan de kook. Voeg het merg van het vanillestokje en ook de opengesneden peul zelf, toe aan de melk. Voeg de room en de suiker toe. Als alles weer aan de kook is, gedurende 30 minuten op heel klein vuur laten koken. Af en toe voorzichtig roeren om vastzetten aan de bodem en dus kans op aanbranden te voorkomen. Controleer na 30 minuten op de rijst gaar genoeg en zacht is. Laat anders nog een paar minuten langer koken. Zet het vuur uit. Verwijder de peul van de vanille. Roer de boter door de pap en vervolgens de 2 eidooiers. Mocht de pap iets te dik zijn naar jouw smaak, kun je nog wat melk toevoegen. Alles goed doorroeren en in mooie glazen of bakjes gieten. De pap kan zowel lauw als koud gegeten worden. Bestrooi eventueel met een klein beetje kaneelpoeder.
Extra lekker wordt het als je de pap serveert met een lekkere mix van gekookte rozijnen en stukjes abrikoos er bovenop.
Doe de rozijnen en stukjes gedroogde abrikoos, samen met de bruine suiker, in een steelpannetje en breng met een bodempje water aan de kook. Kook op zacht vuur gedurende ongeveer 10 minuten. Mocht er teveel vocht verdampen, dan voeg je een klein scheutje water toe. Als de vruchten zacht genoeg zijn, voeg je een scheutje bruine rum toe. Laat nog een minuutje koken. Voeg het limoensap toe. Laat afkoelen. Er moet een wat stroperig sausje ontstaan. Mocht het sausje te dik naar je zin zijn, kun je het altijd verdunnen met een of meer el water. Pas op, steeds een kleine hoeveelheid water toevoegen tot je de gewenste dikte hebt bereikt.
Bestrooi de rijstpap, als je dat lekker vindt, met wat kaneel. Lepel daar wat van het vruchtenmengsel over. Als je de rijstpap lauw serveert, vind ik het altijd heel lekker als het sausje goed koud is. Een heerlijk contrast.