Flexibiliteit
Een recept is geen keurslijf
Veranderen is lastig
Bijna iedereen heeft in de basis, de natuurlijke neiging niet te willen veranderen zolang zaken naar hun mening goed gaan: "Ik doe het al jaren zo. Het gaat toch goed. Waarom zou ik het veranderen?"
Je kent het wel en misschien herken je het zelfs wel bij jezelf!?
Het lastige is dat we in dit soort situaties ook geneigd zijn het probleem bij een ander neer te leggen: "ze zien de reikwijdte van de door hen gewenste veranderingen niet" of "laat ze eerst maar eens hun eigen zaakjes op orde brengen". Ik kan me niet voorstellen dat niet iedereen op zijn tijd met dit soort uitspraken geconfronteerd wordt of... ze zelf doet.
Machtsspel
Op zich hoeft deze vorm van starheid in de beginfase van een verandering nog niet eens zo erg te zijn. Het hoeft niet verkeerd te zijn als deze starheid ertoe leidt dat er (nog eens) goed over een door te voeren verandering wordt nagedacht en er een goede discussie met de betrokkenen over plaatsvindt. Als men zich maar niet vastbijt in de starheid. Dan ontstaat verharding van standpunten en wordt het risico van een machtsspel levensgroot.
Respect
In een keuken is de chef kok uiteindelijk verantwoordelijk. Hij zal dan ook, als het moet, de knoop doorhakken als men nieuwe recepten wil invoeren, of bestaande recepten wil veranderen of verbeteren. Hoewel hij de eindbeslissing zal nemen, zal hij in het traject daar naartoe altijd zijn medewerkers raadplegen. Zij zijn immers degenen die voor de feitelijke bereiding van het gerecht verantwoordelijk zijn. Zij kunnen vanuit hun ervaring vaak beter praktische problemen en valkuilen bij diverse bereidingen overzien. Als de chef geen oog heeft voor de opmerkingen van zijn medewerkers, snapt iedereen dat hij vraagt om moeilijkheden. Het is ook een vorm van respect voor zijn medewerkers en hun kwaliteiten.
Als manager moet je hier ook een les uit trekken. Ga niet met een in jouw ogen pasklaar iets naar de mensen toe, maar geef hen vanuit het respect dat ze verdienen, ruimte voor eigen inbreng. Daarmee verminder je ook eventuele weerstand tegen veranderingen.
Keurslijf of ruimte
Een recept dat in een keuken wordt gebruikt, is, als omstandigheden en diverse factoren niet veranderen, een vaststaand iets, dat gewoon uitgevoerd moet worden. Toch zal men open blijven staan voor mogelijke verbeteringen en zal er soms de flexibiliteit moeten zijn om het recept aan te passen of in bepaalde gevallen het zelfs van de kaart te halen. Dat speelt bij voorbeeld als een of meer ingrediënten niet meer voor handen zijn. Kun je die ingrediënten dan vervangen door andere of kan of wil je dat niet? Dan is wel de vraag wat bied je de gast als alternatief. Dat vraagt zowel flexibiliteit van de keuken als een goede communicatie erover met de gast. Hoewel een recept dus een vaststaand gegeven is, is er ruimte voor aanpassing.
Parallel hieraan is het voor een manager de kunst de balans te vinden tussen het vaststaande proces (het recept) en het geven van ruimte tot aanpassing en verandering (wat uiteindelijk leidt tot het gerecht). Dat kan alleen in goed onderling overleg en ook alleen als je bereid bent aan je medewerkers ruimte te geven voor eigen inbreng.
Het onderstaande recept biedt enorm veel ruimte tot eigen invulling. Ik geef aan hoe ik bami bereid. De mensen in mijn omgeving die het eten, vinden het heerlijk. Het recept is echter beslist geen keurslijf. Gebruik gerust andere groenten en ook met het kruiden en op smaak brengen, heb je allerlei mogelijkheden. Daarom neem het recept als een kader en zoek daarbinnen naar de ruimte om het naar eigen inzicht en smaak aan te passen. Als het resultaat maar is dat de mensen in jouw omgeving, jouw bami lekker vinden en je er ook zelf van geniet.
Ik hoop dat managers de parallel met hun werk en verantwoordelijkheid zien en bereid zijn om de goede kaders te stellen en daarbinnen de juiste hoeveelheid ruimte te bieden. Dit gericht op een goed resultaat waar de klant tevreden mee is en waar de medewerkers met plezier en trots aan gewerkt hebben. Met heel veel plezier wil ik mensen ondersteunen in dit proces.
Bami
Ingrediënten:
- 1 pak Mie van 500 gr
- 2 l water, eventueel met toevoeging van 2 kippenbouillontabletten
- 400 gr varkensvlees (alternatief is 200 gr varkensvlees en 200 gr kipfilet
- 150 gr blokjes gekookte ham
- 200 gr garnaaltjes (facultatief)
- 2 eieren
- 2 uien, in dunne halve ringen
- 2 t knoflook, fijngehakt
- 2 Spaanse pepertjes, in halve ringetjes, al of niet met de zaadjes. Alternatief is sambal gebruiken.
- 100 gr wortel in plakjes
- 200 gr witte kool, in dunne reepjes
- 150 gr boontje, in stukjes, geblancheerd
- 1 prei, in de lengte gehalveerd, in dunne reepjes
- 1/2 rode paprika, in dunne reepjes
- 200 gr tauge
- Ketjap Manis
- (Rijst)azijn
- 2 tl djahe (gemberpoeder)
- Gembersiroop
- Zonnebloemolie
- 1 tl trassi
- Peper en zout
- Eventueel een paar el gesneden bladselderij of ringetjes lente-ui.
Bereidingswijze:
Maak een marinade van 4 el ketjap manis, 1 el (rijst)azijn, 2 el gembersiroop, de trassi, 3 el zonnebloemolie en de djahe. Laat het vlees hierin minstens ½ uur marineren. Liever nog 1-2 uur.
Kook de mie volgens de verpakking in het water, dat je eventueel op smaak brengt met de kippenbouillontabletten. Giet de bami af in een vergiet. Spoel af met koud water. Zet apart.
Kluts de eieren met peper en zout en bak er een stevige omelet van. Snijd in stukjes van 3 x 1 cm.
Doe 5 el zonnebloemolie in een hete wok. Bak hierin de vleesblokjes met de marinade gedurende 1-2 minuten. Voeg de uien toe, de knoflook en de peperreepjes. Na ongeveer 1 minuut voeg je de wortel, de kool, de paprika en de prei toe. Bak 1-2 minuten mee. Voeg dan de mie toe en meng alles goed.
Daarna de boontjes, de hamblokjes, de eireepjes en de taugé erbij. Nog een keer goed mengen. Proeven en zo nodig nog wat zout toevoegen.
Garneren met de bladselderij of ringetjes lente-ui.
Serveren met atjar, kroepoek, seroendeng en gebakken uitjes.
Ook lekker erbij is een malse saté met pindasaus.