Leer van fouten
Smaak is meer dan proeven
Leer van fouten
In mijn blog over het nemen van verantwoordelijkheid en het afleggen van verantwoording die ik enkele weken geleden publiceerde, heb ik aangegeven dat ik het niet eens ben met de stelling dat "een foutje maken mag". Ik vind fouten maken mag niet. Zoals ik in mijn eerdere blog, neemt dit niet weg dat er toch fouten gemaakt worden. Een van de dingen die je dan in elk geval moet doen is leren van de gemaakte fouten. Dit is echter niet het enige wat ik toen heb betoogd. Zie daarvoor de blog "Daar zit een luchtje aan".
In deze blog wil ik dat dieper ingaan op het proces van het leren van fouten.
Kinderen zeggen heel vaak: "Dat lust ik niet!". Dat zeggen ze dan zonder dat ze hetgeen gepresenteerd wordt, hebben geproefd of zelfs maar geroken. De kleur of de manier waarop het gerecht gepresenteerd wordt, kunnen voor een kind al tot de aangegeven reactie leiden. Soms is het ook gewoon onwil.
Ik heb als vader en als opa wel geleerd dat dwingen niet helpt. Je moet een manier bedenken waarmee je een kind, stap voor stap helpt om bepaalde zaken te gaan eten of drinken en op die manier het te leren zijn smaak te ontwikkelen. Dat is soms moeizaam en tijdrovend en vraagt heel veel geduld. Het is echter uiteindelijk wel de weg om te voorkomen dat een kind blijft steken in het alleen maar willen eten van patat, frikadellen en macaroni met kaas.
Leerproces
Iedereen vindt het logisch dat je kinderen meeneemt in een leerproces, hoe moeizaam het misschien soms ook is. Opvallend is het dan wel, dat er wel gezegd wordt dat "er een foutje gemaakt mag worden" en "dat je ervan moet leren", maar dat daar in de praktijk toch weinig mee gebeurt.
Te vaak wordt het leren van fouten overgelaten aan de persoon zelf. En omdat fouten maken nou eenmaal mag, is de kans heel groot dat er van het leren van de gemaakte fouten weinig terecht komt en betrokkene in zijn oude patroon vervalt. Kennelijk is het bedenken en doorlopen van een leerproces heel ingewikkeld en misschien in zekere zin zelfs bedreigend.
Leren is confronteren
Als je wilt dat mensen van hun fouten leren, zul je ze met hun fouten moeten confronteren. En meer in het bijzonder met de effecten ervan op de organisatie of op anderen. Dat is moeilijk, zowel voor degene die confronteert als voor degene die geconfronteerd wordt. Je wilt mensen te vriend houden, relaties niet onder druk zetten etc. Maar, hoe moeilijk ook daar moet je over heen stappen.
Het belangrijkste om een leerproces tot stand te brengen is beginnen om zonder schroom en met respect voor elkaar en elkaars positie de fout en het negatieve effect te benoemen. Daarbij is het goed je te realiseren dat het voor hen die last hebben van de gemaakte fout, vaak niet eens om de fout zelf gaat, maar vooral om het effect dat deze teweeg heeft gebracht. Bij het benoemen van de fout is het dan ook wijs om te beginnen met dit effect goed aan te geven en te analyseren. Het besef dat anderen een negatief effect ervaren hebben van jouw foute handelen, is een sterk begin van het leerproces.
Onwil of onkunde
Tijdens het gesprek over de effecten van een fout voor anderen, komt meestal ook heel snel en duidelijk naar voren of de fout bewust of onbewust is gemaakt; uit onwil is voorgekomen of uit een gebrek aan kennis of inzicht.
Is onwil in het spel dan is een streng optreden zonder meer gerechtvaardigd. Dan moet je als het ware een "korte klap" maken.
Meestal worden fouten echter niet bewust gemaakt, maar is men onnadenkend, heeft men te weinig zicht op de effecten, op de belangen van anderen of ontbreekt het aan voldoende kennis of inzicht. Als dit duidelijk wordt, is dit voor betrokkene vaak het meest confronterend. Hij/zij is namelijk vaak zelf van mening dat er geen fouten zijn gemaakt. De erkenning van de fout door middel van de confrontatie geeft echter wel het grootste leereffect. Als de leidinggevende en de medewerker hierover, zoals ook al eerder aangegeven, op een open, respectvolle en niet bestraffende of verwijtende wijze met elkaar kunnen spreken, is het leereffect groot. En zoals zal blijken, geldt dat voor beide partijen.
In feite komt het er als het ware op neer dat je door proberen en "proeven" en met de bereidheid je "smaak" te ontwikkelen, leert om een betere manager te zijn.
Aan het onderstaande gerecht zit heel veel smaak. Of het ook jouw smaak is, kun je alleen maar te weten komen als je het gerecht bereidt en ervan proeft.
Saltimboca's met pesto-krieltjes, rucola en kerstomaatjes
Ingrediënten:
- Per persoon 2 dunne kalfslapjes of varkenslapjes. Neem in elk geval mals vlees.
- Verse Salieblaadjes
- Dunne plakjes ontbijtspek (minstens 16 stuks)
- 1 kg schoongemaakte krielaardappelen (Zelf neem ik altijd voorgekookte krieltjes)
- 125 gr blokjes gerookt spek
- 1 grote ui, grof gesnipperd
- 100 gr rucola
- 250 gr kerstomaatjes, gehalveerd
- 250-350 gr pesto
- Parmezaanse kaas
- Peper en zout
- 2 citroenen in vieren gesneden
- Olijfolie
Bereidingswijze:
Leg op elk lapje vlees 1-2 blaadjes salie en wikkel elk lapje in 2 naast elkaar gelegde plakjes ontbijtspek. Bestrooi met peper en zout.
(Als je schoongemaakte krieltjes gebruikt, moet je deze eerst voorkoken. Zorg ervoor dat ze stevig blijven en niet te gaar worden.)
Bak de spekje uit in wat olijfolie. Voeg na 2 minuten de grof gesnipperde ui toe en laat meebakken tot glazig.
Doe de aardappeltjes bij het spek uimengsel en bak een minuut of vijf mee. Ze mogen iets kleuren.
Bak tussendoor de saltimboca's. Doe dit in een koekenpan met wat olie. Zeker als het dunne plakjes vlees betreft, is een baktijd van 2 minuten per kant wel voldoende. Houd warm.
Voeg nadat de aardappeltjes vijf minuten zijn meegebakken en ze door en door warm zijn, de pesto toe. De exacte hoeveelheid moet je naar eigen smaak bepalen. 250 gr is zeker nodig; meer mag. Roer goed door.
Roer vervolgens de rucola onder de aardappeltjes en daarna de kerstomaatjes. Laat goed doorwarmen.
Serveer op warme borden, samen met 2 saltimboca's per persoon. Bestrooi met Parmezaanse kaas en eventueel wat citroensap.
Aanvullingen:
Bak gelijk met de uien een fijngehakt rood pepertje mee en/of plakjes bleekselderij. Je kunt op het laatst ook nog een handje pijnboompitten toevoegen. Ook bij dit recept geldt weer, experimenteer vooral.